Hij wilde alles van haar weten, de ondoorgrondelijke antwoorden ten spijt.
Zo vroeg hij zich af welke film de meeste indruk op haar gemaakt had. Hij gokte
op een onbekend werk uit het filmhuiscircuit. Zelf gaf hij de voorkeur aan actiefilms.
Maar ze verraste hem toch weer, zoals zo vaak.
"Kom je wel eens in het Tropenmuseum?"
"Een enkele keer, maar in de filmzaal ben ik nooit geweest."
"De film die ik bedoel wordt niet in een zaal gedraaid, maar middenin het museum.
Je loopt rond tussen stands die samen een beeld moeten geven van de Derde Wereld.
Maar het werkelijke leven ontbreekt, ook al zijn de opstellingen nog zo kunstig
neergezet. En dan sta je plotseling toch oog in oog met een andere cultuur.
"Mijn film is opgenomen met een camera die door de straten rijdt van een grote
stad. Als ik daar sta, word ik zelf die camera. Mensen stappen opzij als ze
me aan zien komen. Soms toeter ik even. Ik sta tegelijkertijd voor het doek
en in het beeld. Alleen voor dat krakkemikkige filmpje ga ik vaak naar het Tropenmuseum."
Martijn had met stijgende verbazing geluisterd. "Dat kan toch geen serieus antwoord
zijn? Er zijn honderden beroemde speelfilms. Waarom maken die minder indruk
dan een filmpje dat jij en ik ook kunnen maken?"
"Speelfilms prikkelen alleen maar de fantasie."
"Wat is daar nou op tegen?"
"Daar is op tegen, dat fantaseren verspilling is van energie. Niet dat ik nooit
naar de film ga, zo erg is het ook weer niet met me. Maar als je vraagt welke
film mij het meest bijbleef, dan kom ik met deze."
"Maar een goede speelfilm kan toch ook veel losmaken?"
"Ja, het kan een hoop emoties oproepen. Je gaat je allerlei dingen voorstellen,
hoe geweldig je bent, of hoe zielig, of wat er toch een onrecht bestaat. Allemaal
manieren om aan jezelf te ontsnappen. Het is alleen maar afleiding en brengt
je geen stap dichterbij antwoorden op vragen over het bestaan."
Martijn zei geërgerd: "Over ontsnappen gesproken! Als ik jou iets over jezelf
vraag, kom je met levenswijsheden aan!"
"Wat is het verschil?"
"Hoe bedoel je?" Zijn irritatie veranderde op slag weer in twijfel.
Ze haalde haar schouders op en glimlachte, waarop Martijn fronste en half boos
en half lachend uitriep: "Hoe krijg je het in hemelsnaam voor elkaar om me constant
van de wijs te brengen!"
"Dat is heel simpel. Je stelt vragen over mijn kijk op het leven, maar je begrijpt
de antwoorden nog niet."
"Nóg niet?"
"Nog niet."
"Volgens mij bestaan er helemaal geen antwoorden op levensvragen, anders hadden
ze die allang gevonden."
"De antwoorden zijn talloze malen opgeschreven, alle godsdiensten zijn erop
gebaseerd. Alleen worden de bedoelingen meestal niet herkend. Je moet naar de
achterliggende gedachten zoeken!"
Martijn probeerde wanhopig de gedachtensprongen te volgen. "Maar geloven is
in wezen toch ook alleen maar fantaseren?"
"Het geloof is fantasie, maar kennis is meer dan dat."
Wat moest Martijn met zo'n antwoord aan? Zwijgend keek hij een tijdje voor zich
uit. Vervolgens probeerde hij maar weer eens een nieuwe invalshoek. "Ben jij
eigenlijk bij een kerk?"
"Je mag best weten: ik ben haast blij om te kunnen zeggen dat ik nooit een bijbel
in mijn handen heb gehad," antwoordde Mayanda in alle rust.
"Oh? En miljoenen mensen zweren bij dat boek," wond Martijn zich direct weer
op.
"Maar de kern begrijpen ze niet."
"Hoe durf je dat nou zo zeker te zeggen?"
"Ik beoordeel niet de bijbel zelf, maar de manier waarop hij gebruikt wordt.
Als je ermee opgevoed bent, betekent dat een behoorlijke handicap. Je moet je
er dan eerst weer van losmaken."
Martijn zuchtte en keek op zijn horloge. Aan deze discussie viel geen eer te
behalen. Plotseling verhelderde zijn gezicht. "Weet je nog, we hadden het daarnet
over films en je zei dat je ook wel eens naar een gewone bioscoop ging. Welke
film zou je nu uitkiezen?"
"Aha! Je wilt wel samen met mij naar de film, begrijp ik." Ze keek hem vrolijk
lachend aan.
"Dat lijkt me gezellig."
"Prima, welke zullen we nemen?"
"Jij mag het zeggen."
"Uh..., ik wil die nieuwe met Van Damme wel zien."
Martijn deed maar net alsof hij hem nog niet gezien had.