Toen Mayanda een paar dagen later Martijn weer tegen het lijf liep, was het
of ze een andere jongen voor zich zag. Zwaaiend en breed lachend kwam hij op
haar af.
"Mayanda! Ik weet niet wat het is, maar ik voel me sinds een paar dagen een
ander mens."
"Ik zie het," lachte ze terug. "Soms hebben mensen een klein duwtje nodig."
"Noem je dat een klein duwtje? Ik brak mijn nek bijna! Wist je trouwens dat
het zo'n effect zou hebben?"
"Ik hoopte het. Begrijpen is meer dan een intellectueel kunstje. Hoewel je de
laatste tijd al meer laat zien van wat je voelt, ben je toch nog vaak erg gespannen."
"Gespannen? Ik? Hoe kom je daar nou weer bij?"
"Jazeker. Dat merk je zelf niet, omdat je eraan gewend bent. Je spieren zitten
vast, vooral in je buik en nek. Ik probeerde dat met een schok te doorbreken.
Blijkbaar trilde die behoorlijk door."
"Zeg dat wel!" Peinzend ging hij voort: "Ik geloof dat jij met alles wat je
doet een bedoeling hebt. Weet je, je hebt me al zoveel verteld waarvan ik nu
denk dat er meer achter zat dan ik begrepen heb. Maar ik ben die dingen natuurlijk
vergeten."
"Je kunt nooit meer begrijpen dan waar je aan toe bent. Maar ik kan onze gesprekken
misschien wel gedeeltelijk terughalen. Ik hou namelijk een dagboek bij."
"Een dagboek? En daar kom ik ook in voor?"
"Natuurlijk. Onze ontmoetingen zijn ook voor mij van belang."
"En dat mag ik lezen?"
"Als je wilt."
"Goh. Ja." Martijn keek nog wat bedenkelijk. "Ik ben natuurlijk wel benieuwd
wat je over me schrijft, maar het lijkt me ook wel een beetje eng."
Mayanda glimlachte. "Je weet dat ik je aardig vind, dus het zal wel meevallen.
Ik zal een uitdraai maken van de belangrijkste passages."
"Een uitdraai?" vroeg hij, nu weer verwonderd. "Schrijf je je dagboek op een
computer?"
"Vind je dat raar? Ik maak al mijn lesmateriaal zelf en ik werk ook voor onze
wijkkrant. Weet je? Kom morgenmiddag maar even bij me langs. Dan zie je meteen
eens hoe ik woon."